Naar inhoud springen

fungeren

Uit WikiWoordenboek
  • fun·ge·ren
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘de dienst verrichten van’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1658 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
fungeren
fungeerde
gefungeerd
zwak -d volledig

fungeren

  1. absoluut ~ als een bepaalde functie vervullen
    • Hij fungeert als voorzitter. 
  • "Fungeren" had oorspronkelijk alleen betrekking op personen. Tegenwoordig wordt het van zowel personen als zaken gezegd, dus als een volledig synoniem van "functioneren".
96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]