Naar inhoud springen

consumar

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 28 apr 2017 om 02:31 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • con·su·mar
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
consumar
consumaba
consumado
volledig

consumar

  1. voltrekken, uitvoeren, volbrengen, vervullen, voltooien, volvoeren
    «consumar el matrimonio»
    het huwelijk voltrekken