scheen
Uiterlijk
- scheen m (schenen meervoud, scheentje Sjabloon:dimf); voorkant van het onderbeen van de mens tussen de knie en de enkel
- Iemand het vuur na aan de schenen leggen.
- Het iemand moeilijk maken.
- Iemand tegen de schenen schoppen.
- Iemand pijnlijk raken.
- scheen; verleden tijd van schijnen