Naar inhoud springen

groep

Uit WikiWoordenboek
  • groep
enkelvoud meervoud
naamwoord groep groepen
verkleinwoord groepje groepjes

groep v

  1. uit meerdere personen, dieren of eenheden bestaand geheel
    • Een groep Japanse toeristen stond volop foto's te nemen. 
  2. (elektrotechniek) deel van een installatie dat door een of meer smeltstoppen afzonderlijk is beveiligd

=

=

=

=

=

=