bedriegen: verschil tussen versies
Uiterlijk
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 12: | Regel 12: | ||
'''{{pn}}''' |
'''{{pn}}''' |
||
#{{ov|nld}} iemand met kwade opzet in de waan brengen, [[misleiden]] |
#{{ov|nld}} iemand met kwade opzet in de waan brengen, [[misleiden]] |
||
{{bijv-1|De handelaar '''bedroog''' zijn klanten.}} |
|||
#{{ov|nld}} ontrouw zijn aan |
#{{ov|nld}} ontrouw zijn aan |
||
{{bijv-1|De ontrouwe man '''bedroog''' zijn echtgenote.}} |
|||
{{-rel-}} |
{{-rel-}} |
||
*[[drogreden]] |
*[[drogreden]] |
Versie van 4 jan 2016 09:21
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
bedriegen | bedriegend |
bedrog | bedrogen |
bedrieger | bedrieglijk |
- be·drie·gen
- Afgeleid van een niet langer bestaand werkwoord *driegen met het voorvoegsel be-.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bedriegen /bə.'dri.ɣə(n)/ |
bedroog /bə.'drox/ |
bedrogen /bə.'dro.ɣə(n)/ |
klasse 2 | volledig |
bedriegen
- overgankelijk iemand met kwade opzet in de waan brengen, misleiden
- De handelaar bedroog zijn klanten.
- overgankelijk ontrouw zijn aan
- De ontrouwe man bedroog zijn echtgenote.
1. iemand met kwade opzet in de waan brengen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.