Naar inhoud springen

bedriegen: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
ForkboysBot (overleg | bijdragen)
k Standaardisatie punt
Zatev (overleg | bijdragen)
k + nds
 
(34 tussenliggende versies door 18 gebruikers niet weergegeven)
Regel 2: Regel 2:
{{nomen actionis|z=bedriegen|z2=[[bedrog]]|b=[[bedriegend]]|b2=[[bedrogen]]|z3=[[bedrieger]]|b3=[[bedrieglijk]]}}
{{nomen actionis|z=bedriegen|z2=[[bedrog]]|b=[[bedriegend]]|b2=[[bedrogen]]|z3=[[bedrieger]]|b3=[[bedrieglijk]]}}
{{-pron-}}
{{-pron-}}
*{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}}}
*{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}}
*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/bə.'dri.ɣə(n)/}}
*{{WikiW|IPA}}: {{IPA-nl-standaard|bəˈdriɣə(n)}}
{{-syll-}}
{{-syll-}}
*be·drie·gen
*be·drie·gen
{{-etym-}}
{{-etym-}}
*Afgeleid van een niet langer bestaand werkwoord *driegen {{pref|be-|lang=Nederlands}}.
*{{erfwoord|nld}} via {{dum}} {{Q|{{pn}}|dum}} / {{Q|bedrieghen|dum}} van {{odt}} {{Q|bidriegan|odt}}, op te vatten als afgeleid van een niet langer bestaand werkwoord *driegen {{pref|nld|be-}}; in de betekenis van ‘misleiden’ aangetroffen vanaf 901 {{wnt-r|M005783}} {{ebank}} {{sijs}}
{{-nlstam-|{{pn}}|bedroog|bedrogen|/bə.'dri.ɣə(n)/|/bə.'drox/|/bə.'dro.ɣə(n)/|{{nlsterk2}}}}
{{-nlstam-|{{pn}}|[[bedroog]]|[[bedrogen]]|/bə.'dri.ɣə(n)/|/bə.'drox/|/bə.'dro.ɣə(n)/|scheid=o|k=2}}
{{-verb-}}
{{-verb-|nld}}
'''{{pn}}'''
'''{{pn}}'''
#{{ov|lang=Nederlands}} iemand met kwade opzet in de waan brengen
#{{ov|nld}} iemand met kwade opzet in de waan brengen, [[misleiden]]
{{bijv-1|De handelaar '''bedroog''' zijn klanten.}}
#{{ov|nld}} ontrouw zijn aan
{{bijv-1|De ontrouwe man '''bedroog''' zijn echtgenote.}}
{{citeer|boek|jaar=2006|auteur=Suzanne Vermeer|titel=All-inclusive|uitgever=A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht|isbn=90-229-9182-2|taal=nl|citaat= Hij heeft me '''bedrogen''', Chantal! Die smeerlap heeft me '''bedrogen''' met zijn secretaresse.}}
{{-rel-}}
{{-rel-}}
*[[drogreden]]
*[[drogreden]]
{{-rel-}}
*[[frauderen]], [[knoeien]], [[misleiden]], [[zwendelen]]
*[[foppen]], [[verschalken]]
{{-drv-}}
*[[bedrieger]], [[bedriegerij]], [[bedrieglijk]], [[bedriegster]]
{{-expr-}}
{{fras|nld|'''bedrogen''' uitkomen|niet krijgen wat verwacht werd|t=z|n=1}}
{{bijv-0|Als je dacht hier rijk te zullen worden '''kom je bedrogen uit'''.}}
{{-trans-}}
{{-trans-}}
{{trans-top|1. iemand met kwade opzet in de waan brengen}}
{{trans-top|1. iemand met kwade opzet in de waan brengen}}
*{{afr}}: {{trad|af|bedrieg}}, {{trad|af|flous}}
*{{dan}}: {{trad|da|bedrage}}
*{{deu}}: {{trad|de|beschwindeln}}, {{trad|de|hereinlegen}}
*{{eng}}: {{trad|en|deceive}}, {{trad|en|cheat}}
*{{eng}}: {{trad|en|deceive}}, {{trad|en|cheat}}
*{{nds}}: {{trad|nds|anschmiern}}, {{trad|nds|bedreigen}}, {{trad|nds|bedrieten}}, {{trad|nds|betuppen}}, {{trad|nds|bemogeln}}, {{trad|nds|beschummeln}}, {{trad|nds|dät Fell örwer de Ohrn trecken}} (Vest Recklinghusen)
*{{pap}}: {{trad|pap|gaña}}
*{{nor}}: {{trad|no|jukse}}
*{{nno}}: {{trad|nn|jukse}}
{{trans-mid}}
{{trans-mid}}
*{{non}}: {{trad|non|hegða}}
*{{pap}}: {{trad|pap|gaña}}
*{{pol}}: {{trad|pl|oszukiwać}}
*{{pol}}: {{trad|pl|oszukiwać}}
*{{spa}}: {{trad|es|engañar}}, {{trad|es|tangar}}
*{{spa}}: {{trad|es|engañar}}, {{trad|es|tangar}}, {{trad|es|defraudar}}, {{trad|es|burlar}}, {{trad|es|estafar}}
{{trans-bottom}}
{{trans-bottom}}
{{-ana-}}
* [[bedreigen]]
{{-preval-}}
{{wel-GB}}
{{Leesonderzoek-2013}}
{{-info-}}
{{refs}}

{{=dum=}}
{{-etym-}}
* {{erfwoord|dum}} van het Oudnederlandse [[bidriegan]]

{{-verb-|dum}}
'''{{pn}}'''
# {{Q|{{pn}}|nld}}; [[misleiden]]

{{-writ-}}
* [[bedrieghen]]

{{-desc-}}
* {{nld}}: {{Q|{{pn}}|nld}}
** {{afr}}: [[bedrieg]]


{{=nds=}}
{{-verb-|nds}}
'''{{pn}}'''
# {{Q|{{pn}}|nld}}; [[misleiden]]


{{-syn-}}
[[el:bedriegen]]
{{(}}
[[en:bedriegen]]
[[es:bedriegen]]
* [[anschmiern]]
[[fr:bedriegen]]
* [[bedrieten]]
[[ro:bedriegen]]
* [[bemogeln]]
{{==}}
* [[beschummeln]]
* [[betuppen]]
* [[dät Fell örwer de Ohrn trecken]]
{{)}}

Huidige versie van 10 dec 2022 om 13:57

naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
bedriegen bedriegend
bedrog bedrogen
bedrieger bedrieglijk
  • be·drie·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bedriegen
/bə.'dri.ɣə(n)/
bedroog
/bə.'drox/
bedrogen
/bə.'dro.ɣə(n)/
klasse 2 volledig

bedriegen

  1. overgankelijk iemand met kwade opzet in de waan brengen, misleiden
    • De handelaar bedroog zijn klanten. 
  2. overgankelijk ontrouw zijn aan
    • De ontrouwe man bedroog zijn echtgenote. 
     Hij heeft me bedrogen, Chantal! Die smeerlap heeft me bedrogen met zijn secretaresse.[4]
  • [1] bedrogen uitkomen
    niet krijgen wat verwacht werd
• Als je dacht hier rijk te zullen worden kom je bedrogen uit. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]


bedriegen

  1. bedriegen; misleiden


bedriegen

  1. bedriegen; misleiden