Jozef Israëls: verschil tussen versies
Uiterlijk
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Citaten over Jozef Israëls - chronologisch: citaat over van Jan Veth |
Poets |
||
Regel 20: | Regel 20: | ||
{{Citaat |
{{Citaat |
||
| tekst = Zorg voor zuiverheid in de verf en niet zoo stinkerig dik van smeerderij, dun, dun, dun, en zo op het licht hier en daar een zetje dik[ke verf].. ..dikke binnenhuizen zijn onaangenaam - lang teekenen voor je begint en het prettig bij elkaar arrangeren voor gij aan het verwen gaat.. |
| tekst = Zorg voor zuiverheid in de verf en niet zoo stinkerig dik van smeerderij, dun, dun, dun, en zo op het licht hier en daar een zetje dik[ke verf].. ..dikke binnenhuizen zijn onaangenaam - lang teekenen voor je begint en het prettig bij elkaar arrangeren voor gij aan het verwen gaat.. |
||
| bron = {{aut|Jozef Israëls}} |
| bron = {{aut|Jozef Israëls}}, opmerking tegen [[w:David de la Mar]], 1867, [https://rkd.nl/explore/excerpts/284 ''" Negentiende-eeuwse Atelierpraktijk - Lokhorst, Jan van (1837-na 1874)"''], Brussel, 1862-03-03 |
||
| aangehaald = Mayken Jonkman & Eva Geudeker, ''Mythen van het Atelier |
| aangehaald = Mayken Jonkman & Eva Geudeker, ''"Mythen van het Atelier"'', D'jonge Hond, Zwolle/The Hague, 2010, {{ISBN|9789089102065}};</br>en [https://www.joodsvirtueelmuseum.nl/kunstenaar/jozef-israels/ ''"Jozef Israëls"''], Joods virtueel museum. |
||
| opmerking = Het citaat van Jozef Israëls illustreert goed dat Jozef Israëls circa 1867 zelf nog op een vrij traditionele wijze schilderde, wat hij hier op het atelier overdroeg aan de jongere schilder David de la Mar |
| opmerking = Het citaat van Jozef Israëls illustreert goed dat Jozef Israëls circa 1867 zelf nog op een vrij traditionele wijze schilderde, wat hij hier op het atelier overdroeg aan de jongere schilder David de la Mar |
||
}} |
}} |
||
Regel 28: | Regel 28: | ||
{{Citaat |
{{Citaat |
||
| tekst = ..de smaken waren toen [c. 1848] zóó zonderling, zóó anti-artistiek, dat eens, toen hij [= Jozef Israëls] een portret van een oude vrouw had gemaakt, [[w:Jan Adam Kruseman|Jan Kruseman]] tegen hem zei dat hij niet meer zulke leelijke menschen moest schilderen, omdat dit den goeden smaak bedierf. |
| tekst = ..de smaken waren toen [c. 1848] zóó zonderling, zóó anti-artistiek, dat eens, toen hij [= Jozef Israëls] een portret van een oude vrouw had gemaakt, [[w:Jan Adam Kruseman|Jan Kruseman]] tegen hem zei dat hij niet meer zulke leelijke menschen moest schilderen, omdat dit den goeden smaak bedierf. |
||
| bron = {{aut|Ph. Zilcken}}, ''Peintres Hollandais Modernes'' |
| bron = {{aut|Ph. Zilcken}}, ''"Peintres Hollandais Modernes"'', 1894 |
||
| aangehaald = Max Rooses, '' |
| aangehaald = Max Rooses, [https://www.dbnl.org/tekst/roos015schi03_01/roos015schi03_01.pdf ''"Het schildersboek. Nederlandsche schilders der negentiende eeuw"''], Deel 1, p. 94; Elsevier, Amsterdam 1898. |
||
| opmerking = In dit citaat beschrijft de veel jongere kunstschilder [[w:Philip Zilcken|Ph. Zilcken]] het Haagse dominerende schilders-klimaat rond 1850 en de positie van Jozef Israëls daarin |
| opmerking = In dit citaat beschrijft de veel jongere kunstschilder [[w:Philip Zilcken|Ph. Zilcken]] het Haagse dominerende schilders-klimaat rond 1850 en de positie van Jozef Israëls daarin |
||
}} |
}} |
||
Regel 35: | Regel 35: | ||
{{Citaat |
{{Citaat |
||
| tekst = Of Israëls lijdt met de lijdenden, die hij schildert, of deze poëet der ellende een melancolicus is, of de droeve bekoring zijner werken gefilterd werd uit eigen smart?.. De zaak is dat de Heer Israëls geen lyricus van nature is, maar dat men, naar ik meen, in hem vooral een groot dramatisch talent te onderkennen heeft. En droefheid en ellende zijn hem voor de bijzondere expressie van dat dieper gelegen reëele, dat hij van nature nastreeft, meer dan iets anders dankbare stof gebleken. |
| tekst = Of Israëls lijdt met de lijdenden, die hij schildert, of deze poëet der ellende een melancolicus is, of de droeve bekoring zijner werken gefilterd werd uit eigen smart?.. De zaak is dat de Heer Israëls geen lyricus van nature is, maar dat men, naar ik meen, in hem vooral een groot dramatisch talent te onderkennen heeft. En droefheid en ellende zijn hem voor de bijzondere expressie van dat dieper gelegen reëele, dat hij van nature nastreeft, meer dan iets anders dankbare stof gebleken. |
||
| bron = {{aut|Jan Veth}}, ''Gedenkboek der Hollandsche schilderkunst uit het tijdperk 1860-1890'', 1893 & 1898, C.M. van Gogh, Amsterdam |
| bron = {{aut|Jan Veth}}, ''"Gedenkboek der Hollandsche schilderkunst uit het tijdperk 1860-1890"'', 1893 & 1898, C.M. van Gogh, Amsterdam. |
||
| aangehaald = Max Rooses, '' |
| aangehaald = Max Rooses, [https://www.dbnl.org/tekst/roos015schi03_01/roos015schi03_01_0006.php ''"Het schildersboek. Nederlandsche schilders der negentiende eeuw"''], Deel 1, ''"Jozef Israëls"'', door J. de Meester, p. 96, Elsevier, Amsterdam, 1898 |
||
}} |
}} |
||
{{menu}} |
{{menu}} |
||
{{wikipedia}} |
|||
{{commonscat}} |
|||
{{DEFAULTSORT:Israëls, Paul}} |
{{DEFAULTSORT:Israëls, Paul}} |
Versie van 29 jan 2021 16:38
Jozef Israëls (Groningen, 27 januari 1824 – Den Haag, 12 augustus 1911) was een Nederlandse schilder, etser en lithograaf. Hij was een van de voornaamste schilders uit de Haagse school.
Citaten van Jozef Israëls - chronologisch
- „Zorg voor zuiverheid in de verf en niet zoo stinkerig dik van smeerderij, dun, dun, dun, en zo op het licht hier en daar een zetje dik[ke verf].. ..dikke binnenhuizen zijn onaangenaam - lang teekenen voor je begint en het prettig bij elkaar arrangeren voor gij aan het verwen gaat..”
- Bron: Jozef Israëls, opmerking tegen w:David de la Mar, 1867, " Negentiende-eeuwse Atelierpraktijk - Lokhorst, Jan van (1837-na 1874)", Brussel, 1862-03-03
- Aanhaling(en): Mayken Jonkman & Eva Geudeker, "Mythen van het Atelier", D'jonge Hond, Zwolle/The Hague, 2010, ISBN 9789089102065;
en "Jozef Israëls", Joods virtueel museum. - Het citaat van Jozef Israëls illustreert goed dat Jozef Israëls circa 1867 zelf nog op een vrij traditionele wijze schilderde, wat hij hier op het atelier overdroeg aan de jongere schilder David de la Mar
Citaten over Jozef Israëls - chronologisch
- „..de smaken waren toen [c. 1848] zóó zonderling, zóó anti-artistiek, dat eens, toen hij [= Jozef Israëls] een portret van een oude vrouw had gemaakt, Jan Kruseman tegen hem zei dat hij niet meer zulke leelijke menschen moest schilderen, omdat dit den goeden smaak bedierf.”
- Bron: Ph. Zilcken, "Peintres Hollandais Modernes", 1894
- Aanhaling(en): Max Rooses, "Het schildersboek. Nederlandsche schilders der negentiende eeuw", Deel 1, p. 94; Elsevier, Amsterdam 1898.
- In dit citaat beschrijft de veel jongere kunstschilder Ph. Zilcken het Haagse dominerende schilders-klimaat rond 1850 en de positie van Jozef Israëls daarin
- „Of Israëls lijdt met de lijdenden, die hij schildert, of deze poëet der ellende een melancolicus is, of de droeve bekoring zijner werken gefilterd werd uit eigen smart?.. De zaak is dat de Heer Israëls geen lyricus van nature is, maar dat men, naar ik meen, in hem vooral een groot dramatisch talent te onderkennen heeft. En droefheid en ellende zijn hem voor de bijzondere expressie van dat dieper gelegen reëele, dat hij van nature nastreeft, meer dan iets anders dankbare stof gebleken.”
- Bron: Jan Veth, "Gedenkboek der Hollandsche schilderkunst uit het tijdperk 1860-1890", 1893 & 1898, C.M. van Gogh, Amsterdam.
- Aanhaling(en): Max Rooses, "Het schildersboek. Nederlandsche schilders der negentiende eeuw", Deel 1, "Jozef Israëls", door J. de Meester, p. 96, Elsevier, Amsterdam, 1898