• zult
enkelvoud meervoud
naamwoord zult
verkleinwoord

de zultm

  1. (voeding) van de kop van het varken vervaardigd gerecht, meestal enigszins zuur
    • Ik hou niet van zure zult. 
  2. (verouderd) pekel of andere vloeistof gebruikt voor het conserveren van voedsel
  1. (voeding) zout smakend, met zout geconserveerd
vervoeging van
zullen

zult

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd van zullen
    • "Je zult", "ge zult" en "u zult" zijn alledrie goed Nederlands. 
vervoeging van
zulten

zult

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van zulten
  2. gebiedende wijs van zulten
94 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[4]