Naar frequentie 82
stellend vergrotend overtreffend
well better best


well

  1. goed [1], wel
    «Add the meatballs and stir to mix well
    Voeg de gehaktballen toe en roer door om alles goed te mengen.
enkelvoud meervoud
well wells
  1. put
  2. boorput
  3. (techniek) koker, schacht
  4. inktpot
  5. pomphuis
  6. (visserij) kaar [2]
  7. diepe ruimte
  8. (juridisch) advocatenbank