wapenrok

Nederlands

ridder in wapenrok

Uitspraak

• Geluid:  wapenrok    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• wa·pen·rok

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  wapen zn  en  rok zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	wapenrok	wapenrokken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wapenrok m

1. (militair) (kleding) de kleding van een militair die dienen ter herkenning en ter bescherming
2. (figuurlijk) als naam voor het hele militaire apparaat

Synoniemen

• uniform

Uitdrukkingen en gezegden

• de wapenrok dragen

in militaire dienst zijn

• In militaire dienst deed hij veel moeite om géén rang te krijgen, om toch maar zo kort mogelijk de wapenrok te hoeven dragen.
• Pijnlijk weinig Marokkanen in majesteits wapenrok

Vertalingen

    1. de kleding van een militair die dienen ter herkenning en ter bescherming   

Engels: tunic (en), coat of mail (en)

Gangbaarheid

• Het woord wapenrok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wapenrok" herkend door:

88 %	van de Nederlanders;
80 %	van de Vlamingen.