• vrek·kig
  • afleiding van vrek met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vrekkig vrekkiger vrekkigst
verbogen vrekkige vrekkigere vrekkigste
partitief vrekkigs vrekkigers -

vrekkig

  1. te zuinig
    • De vrekkige man gebruikte het koffiefilter vele keren opnieuw. 
    • Nederlanders waren vroeger heel vrekkig, maar dat is de laatste decennia sterk veranderd. 
93 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be