voetbalmolecule

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  voetbalmolecule    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• voet·bal·mo·le·cu·le

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  voetbal zn  en  molecule zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	voetbalmolecule	voetbalmoleculen voetbalmolecules
verkleinwoord	voetbalmoleculetje	voetbalmoleculetjes

Zelfstandig naamwoord

de voetbalmolecule v / m, het voetbalmolecule o

1. (natuurkunde) grote, ronde molecule, bestaande uit 60 of 70 koolstofatomen

Gangbaarheid

• Het woord 'voetbalmolecule' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.