viering
- Geluid: viering (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvierɪŋ / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈviː.rɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈviː.rɪŋ/
- (Limburg): /ˈviː.rɪŋ(g)/
- vie·ring
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘middenstuk van kruiskerk’ voor het eerst aangetroffen in 1907 [1]
- Naamwoord van handeling van vieren met het achtervoegsel -ing [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | viering | vieringen |
verkleinwoord | vierinkje | vierinkjes |
de viering v
- het vieren
- ▸ De bedoeling van dit boek is hierbij behulpzaam te zijn. In de vele lees- en voorleesverhalen en de korte documentaties wordt iets van de oorsprong en de viering van onze jaarfeesten belicht.[3]
- ▸ Koning Willem-Alexander en koningin Máxima waren afgelopen weekend in Terneuzen. De koning gaf het startschot voor de viering van 75 jaar vrijheid. Want dit jaar is het 75 jaar geleden dat Nederland bevrijd werd.[4]
- (bouwkunde) plaats in een kerk of kathedraal waar het schip en de dwarstransepten elkaar kruisen
- [1] eucharistieviering, kerstviering, lustrumviering, openluchtviering, sabbatviering, sinterklaasviering, zondagsviering, zondagviering
1. het vieren
- Het woord viering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "viering" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "viering" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ viering op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 7
- ↑ Weblink bron nieuwsbegrip.nl“75 jaar vrijheid in Nederland” (2-9-2019), CED-groep
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be