• ver·groot
  • vervoeging van vergroten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
vergroten

vergroot

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van vergroten
  2. gebiedende wijs van vergroten
vervoeging van: vergroten…
verbogen vorm: vergrote

vergroot

  1. voltooid deelwoord van vergroten
  2. vormt de voltooide tijden
    • Hij had de foto vergroot. 
  3. vormt de lijdende vorm
    • De foto kon niet vergroot worden. 
  4. attributief gebruikt
    • De vergrote foto.