trommelrem
- Geluid: trommelrem (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtrɔməlˌrɛm / (3 lettergrepen)
- trom·mel·rem
- samenstelling van trommel zn en rem zn , waarin "trommel" verwijst naar de schijfvormige cilinder die de rem omvat [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | trommelrem | trommelremmen |
verkleinwoord | trommelremmetje | trommelremmetjes |
- (techniek) onderdeel van een wiel, waarin twee halfcirkelvormige lichamen van binnenuit tegen de wand van een cilinder rond de as worden gedrukt, zodat het wiel door de wrijving minder snel gaat draaien en tot stilstand kan worden gebracht
- Sommige oude motorfietsen hebben een trommelrem.
- ▸ Dit hier is een ouderwetse trommelrem van een voorwiel. Hij hoort met een remkabel vast te zitten aan een hendel op het stuur.[2]
-
1. Een trommelrem op het voorwiel van een motorfiets.
-
1. De binnenkant van de trommelrem op een Ford Falcon .
1. onderdeel van een wiel, waarin twee halfcirkelvormige lichamen van binnenuit tegen de wand van een cilinder rond de as worden gedrukt
- Het woord trommelrem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Karel Knip“Trommelrem” (14 september 2013) op nrc.nl