• tri·omf·mars
enkelvoud meervoud
naamwoord triomfmars triomfmarsen
verkleinwoord

de triomfmarsv / m

  1. (muziek) muziek die men speelt ter gelegenheid van een overwinning
     Het gezang ging op in een plechtige triomfmars, en de druppels druppelden en vzieg, zieg, zieg.[1]
     Het Orkest van het Oosten trad afgelopen zomer ook al op de Koornmarkt op. Een buitenlandse toernee werd op het laatste moment afgeblazen en zo was er ruimte voor een optreden in Almelo. Ter afsluiting van het PleinConcert speelt het orkest onder meer de Triomfmars uit Verdi's Aïda en een selectie uit Carmen van Bizet.[2]
  2. optocht die men houdt ter gelegenheid van een overwinning
  1. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  2.   Weblink bron “Orkest van het Oosten in zesde PleinConcert” (22-05-2009), Tubantia