stern

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  stern    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈstɛr^ən / (1 of 2 lettergrepen)

Woordafbreking

• stern

Woordherkomst en -opbouw

• van modern Latijn sterna, in de betekenis van ‘meeuwachtige’ aangetroffen vanaf 1761

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	stern	sterns sternen
verkleinwoord	sterntje	sterntjes

Zelfstandig naamwoord

de stern v / m

1. (steltloperachtigen) benaming voor slanke meeuwachtige vogels uit de familie Sternidae 

   • Er vlogen een paar sterntjes over. 

Synoniemen

• zeezwaluw (1)

Hyponiemen

• brilstern, dwergstern, grote stern, koningsstern, krijtstern, lachstern, reuzenstern, witvleugelstern, witwangstern

Vertalingen

    1. benaming voor slanke meeuwachtige vogels uit de familie Sternidae   

Afrikaans: sterretjie (af) Duits: Seeschwalbe (de) Engels: tern (en)

Spaans: golondrina de mar (es) v

Gangbaarheid

• Het woord stern staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stern" herkend door:

79 %	van de Nederlanders;
65 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Engels

Uitspraak

• Geluid:  stern (VS)    (hulp, bestand)
• IPA: /stɜː(ɹ)n/

stellend	vergrotend	overtreffend
stern	sterner	sternest

Bijvoeglijk naamwoord

stern

1. streng, bars

enkelvoud	meervoud
stern	sterns

Zelfstandig naamwoord

stern

1. (scheepvaart) achtersteven, hek