• so·lo·seks
  • samenstelling van  solo zn  en  seks zn , bekend geworden door het werk van de 20e-eeuwse Nederlandse schrijver Gerard Reve  , in de betekenis "zelfbevrediging" aangetroffen vanaf 1963 (zie vindplaats hieronder) [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord soloseks
verkleinwoord

de soloseksm

  1. (seksualiteit) seks waarbij iemand zichzelf een orgasme bezorgt
     Volgens deskundigen zou het goed zijn als vrouwen meer tijd voor soloseks zouden nemen.[2]
     Zulke verrukkingen komen echter nooit, dat weet ik zo langzamerhand maar al te goed, tot enige andere verwerkelijking dan die van de magiese [sic!] soloseks der Hotelkamers, waarin men, op namiddagen, achter verkleurde vitrage, de ziel verschroeit zonder haar ooit te kunnen verzadigen.[3]
  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Maxine Rappé
    “"Het is niet onopgemerkt gebleven" maar ook "soloseks": hoe Gerard Reve onze Nederlandse taal verrijkte” (14 december 2023) op vrt.be
  2.   Weblink bron “Vrouwen dol op solo vluggertje” (13 november 2012) op nu.nl  
  3.   Weblink bron Brief in een fles gevonden in: Tirade., 81/82 jrg. 7 nr. 8/9 (herfstnummer). (september 1963), p. 541