skalle
- skal·le
- Werkwoord [A]: Afkomstig van het Noorse werkwoord skall zn (Nederlands: rok)
- Werkwoord [B]: Afkomstig van het Noorse zelfstandige naamwoord skalle zn (Nederlands: voorhoofd)
- Zelfstandig naamwoord: Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord skalli zn
Naar frequentie | 14469 |
---|
[A]: skalle
- overgankelijk, (landbouw) graan (of hennep) zuiveren om schelpen en stengels kwijt te raken
- overgankelijk, (bosbouw) behouwen van een boomstam aan het uiteinde
- overgankelijk iets laag voor laag pellen (bijv. en ui)
- overgankelijk, (medisch) zich onthechten van huid (bijv. na de mazelen), schilfers verliezen
[B]: skalle
- overgankelijk stoten met het hoofd of voorhoofd
- overgankelijk, (voetbal) koppen
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | skalle | skallen | skaller | skallene |
genitief | skalles | skallens | skallers | skallenes |
skalle. m
- (anatomie), voorhoofd, hoofd (van mens en dier)
- (anatomie) hoofd, schedel
- (anatomie) hersenen, hoofd als de zetel van begrip en denken
- kopstoot, een (krachtige) stoot met het voorhoofd of hoofd
- (geologie) een droge en rotsachtige hoogte op velden of weiden
- (geologie) een ondiepte in het meer of in de zee
- (schoeisel) winterschoeisel met de zool van het voorhoofd van rendieren (met haar erop) en met het bovenwerk van rendierhuid (schoeisel gebruikt door de Sami)
- (voetbal) kopbal
-
[8]: Et par hvite finnsko
Een paar witte Samische schoenen
|
- [4]: gi noen en skalle
iemand een duwtje geven
- skal·le
- [A]: Afkomstig van het Nynorske werkwoord skall zn (Nederlands: rok)
- [B]: Afkomstig van het Nynorske zelfstandige naamwoord skalle zn (Nederlands: voorhoofd)
skalle
- overgankelijk, (bosbouw) behouwen (schillen) van een boomstam aan het uiteinde
skalle
- aantonende wijs bedrijvende vorm van skalla
skalle
- aantonende wijs bedrijvende vorm van skalle
[B]: skalle
- overgankelijk stoten met het hoofd of voorhoofd
- overgankelijk, (voetbal) koppen
skalle
- aantonende wijs bedrijvende vorm van skalla
skalle
- aantonende wijs bedrijvende vorm van skalle
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | skalle | skallen | skallar | skallane |
skalle. m
- (anatomie), voorhoofd, hoofd (van mens en dier)
- (anatomie) hoofd, schedel
- (anatomie) hersenen, hoofd als de zetel van begrip en denken
- kopstoot, een (krachtige) stoot met het voorhoofd of hoofd
- (geologie) een droge en rotsachtige hoogte op velden of weiden
- (geologie) een ondiepte in het meer of in de zee
- (schoeisel) winterschoeisel met de zool van het voorhoofd van rendieren of andere dieren (met haar erop) en met het bovenwerk van rendierhuid (schoeisel gebruikt door de Sami)
- (voetbal) kopbal
- [1]: fleinskalle zn
- [1]: snauskalle zn
- [2]: hovudskalle zn
- [4]: springskalle zn