vervoeging van
salvēre

salvēte

  1. actief imperatief praesens, tweede persoon meervoud van salvēre: "weest gezond!"

salvete!

  1. hallo!, goedendag!, heil! (groet aan meerdere personen bij ontvangst of afscheid)
  • salve (groet aan één persoon bij ontvangst of afscheid)