playbackte
- Geluid: playbackte (hulp, bestand)
- play·back·te
vervoeging van |
---|
playbacken |
playbackte
- enkelvoud verleden tijd van playbacken
- Ik playbackte.
- Jij playbackte.
- Hij, zij, het playbackte.
- Ik playbackte.
- Het woord playbackte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.