open haard

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  open haard    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌopə(n)ˈhart / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• open haard

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	open haard	open haarden
verkleinwoord	open haardje	open haardjes

Zelfstandig naamwoord

open haard

1. een vuurplaats in huis

Vertalingen

    1.   

Engels: hearth (en)

Spaans: hogar (es) m, chimenea (es) v, fogón (es) m

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord open haard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "openhaard" (in afwijking van de officiële spelling zonder spatie aaneengeschreven) herkend door:

91 %	van de Nederlanders;
85 %	van de Vlamingen.