nachtbraken
- Geluid: nachtbraken (hulp, bestand)
- nacht·bra·ken
- In de betekenis van ‘de nacht doorwerken, de nacht met uitgaan doorbrengen’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
- samenstelling van nacht en braken [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nachtbraken |
nachtbraakte |
genachtbraakt |
zwak -t | volledig |
nachtbraken
- inergatief het bijzonder laat maken, de nacht doorfeesten
- Je bent gewoon gezakt omdat je te vaak genachtbraakt hebt.
- Het woord nachtbraken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.