military
- mi·li·ta·ry
- als benaming sport uit het Frans dat het Engelse military gebruikte omdat het oorspronkelijk om een sport voor officieren ging, terwijl die in het Engels nooit zo werd genoemd; in de betekenis "bepaalde paardenwedstrijd" aangetroffen vanaf 1936 [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | military | military's |
verkleinwoord | - | - |
de military m
- (sport) (paardrijden) (verouderd) meerkamp voor ruiters bestaande uit een crosscountry, een springwedstrijd en een dressuurproef
De term werd voor de tak van sport, een wedstrijd daarbinnen en soms voor de crosscountry als karakteristiek onderdeel gebruikt. Tegenwoordig zijn de synoniemen meer gangbaar.
- eventing (als tak van sport)
- samengestelde wedstrijd (als evenement)
- Het woord military staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "military" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ military op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "military" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
military | - |
military
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
military | - | - |
military