Trombidium holosericeum
  • mijt
enkelvoud meervoud
naamwoord mijt mijten
verkleinwoord mijtje mijtjes

de mijtv / m

  1. (spinachtigen) benaming voor dieren uit de superorde Acariformes   kleine geleedpotige, overwegend parasitisch levende diertjes
  2. (landbouw) opgestapelde hoop hooi, stro, takkenbossen en dergelijke
  3. (numismatiek) (verouderd) muntje met de waarde van een achtenveertigste van een stuiver
vervoeging van
mijten

mijt

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van mijten
  2. gebiedende wijs van mijten
98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[7]