• ma·chi·ne·olie
enkelvoud meervoud
naamwoord machineolie machineoliën
machineolies
verkleinwoord

de machineoliev / m [1]

  1. (techniek) olie waarmee men machines soepel laat draaien; vloeibare, vettige substantie waarmee men een machine kan smeren
     Oekraïense ministers en adviseurs van president Zelensky stelden vanochtend direct dat de damdoorbraak een vorm van 'ecocide' is. Dat is een relatief nieuwe term, voor het doelbewust vernietigen van ecosystemen. Niet alleen water bedreigt de regio, ook olie vormt een probleem. Volgens de Oekraïense autoriteiten is zeker 150 ton machineolie weggelekt uit de waterkrachtcentrale in de dam, met alle gevolgen van dien. Nog eens 300 ton dreigt weg te lekken.[2]
  2. (pejoratief) zeer slecht smakend drankje
     Ze was op de een of andere manier met heel Unterleuten en nog een paar buurdorpen verwant en was verzot op Bromfelder, een kruidenlikeur die naar machineolie en eucalyptus smaakte.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Chiem Balduk
    “Bewoners Cherson woedend en verbijsterd over damdoorbraak: ‘Ultieme lafaards’” (dinsdag 6 juni 2023, 17:36), NOS
  3. “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026334672