1. Een luxehotel als het Kurhaus   heeft een chique eetzaal.
  • luxe·ho·tel
enkelvoud meervoud
naamwoord luxehotel luxehotels
verkleinwoord - -

het luxehotelo

  1. (horeca) bedrijf waar gasten tegen betaling van een aanzienlijk bedrag goed verzorgd kunnen eten, overnachten en verblijven in een chic ingerichte omgeving met tal van voorzieningen
     In dit luxehotel komen de allerrijksten van het land. De goedkoopste eenpersoonskamer kost 72 euro per nacht en voor 6.829 euro slaap je een nachtje in de Presidential Suite – zonder ontbijt.[1]
     Een hotelportier voor de deur is naast een eeuwenoude traditie bij luxehotels een van de officiële voorwaarden om geclassificeerd te worden als vijfsterrenhotel.[2]
  • Naast deze samenstelling komt ook de verbinding "luxe hotel" voor, dat een andere uitspraak kent: /ˈlyks hoˈtɛl/ (Vlaanderen: /ˈlyksə hoˈtɛl/). [3] [4]
  1.   Weblink bron
    Emma van der Zalm
    “Getuige van verkrachting? Zeg maar niks” (19 november 2020) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron “De hotelportiers van Amsterdam (fotobijschrift)” (18 november 2016) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron “Lux(e) hotel (uitspraak)” op taaladvies.net
  4.   Weblink bron “Luxe / luxueuze woonkeuken” op nrc.nl