• ku·bis·me
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘richting in de beeldende kunst’ voor het eerst aangetroffen in 1917 [1]
  • afgeleid van kubus met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kubisme
verkleinwoord

het kubismeo

  1. (kunst) 20-eeuwse stroming binnen de beeldende kunst waarin de werkelijkheid op een sterk vereenvoudigde manier wordt weergegeven
    • In de beeldhouwkunst van het kubisme is de mensfiguur een geliefd thema.[3] 
92 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]