bedden op een intensive care
  • in·ten·sive care
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘intensieve verpleging’ voor het eerst aangetroffen in 1974 [1]
  • samenstelling uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord intensive care intensive cares
verkleinwoord

de intensive carem

  1. (medisch) afdeling in een ziekenhuis, voor de ernstigst zieke patiënten, die continue zorg en bewaking nodig hebben
    • De kans dat kinderen opname op een intensive care overleven, is in dertig jaar gegroeid van ongeveer 50 procent tot meer dan 95 procent. Dat blijkt uit cijfers die NRC opvroeg bij intensive cares voor kinderen; daarvan zijn er acht in Nederland. Die hoge overlevingskans heeft een keerzijde: artsen ervaren veel meer en zwaardere ethische dilemma’s op hun afdelingen. Belangrijkste vraag: heeft doorbehandelen nog zin voor dit kind? [2] 
    • Bij de overdracht van de penning, vorige week woensdag, kwam een feit aan de orde dat gemakshalve door Smulders en Bosch wordt genegeerd: acht op de tien mensen die gereanimeerd zijn, overlijden binnen enkele dagen alsnog. Vaak gebeurt dat na een voor alle betrokkenen dramatisch verblijf op een intensive care en nadat is besloten dat verder behandelen geen zin meer heeft. Dit laatste besluit heeft grote invloed op het cijfer dat hoort bij het aantal geslaagde reanimaties zonder schade. Immers, wordt er wel doorbehandeld, dan zal bij overleven de restschade groter zijn - en dat komt de gunstige statistieken niet ten goede. [3]