heersend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  heersend    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈhersənt/

Woordafbreking

• heer·send

Woordherkomst en -opbouw

• heersen met de uitgang -d

Werkwoord

vervoeging van:	heersen
verbogen vorm:	heersende

heersend

1. onvoltooid deelwoord van heersen

	stellend
onverbogen	heersend
verbogen	heersende
partitief	heersends

Bijvoeglijk naamwoord

heersend

1. die de baas is
2. (figuurlijk) in een bepaalde tijd veel voorkomend

Gangbaarheid

• Het woord heersend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.