• ge·sandt
  • Duitse werkwoordsvorm met het voorvoegsel ge-

gesandt

  1. voltooid (verleden) deelwoord van senden


  • ge·sandt
  • Afkomstig van het voltooid deelwoord gesandt van het Duitse werkwoord senden met het voorvoegsel ge-
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   gesandt     gesandten     gesandter     gesandtene  
genitief   gesandts     gesandtens     gesandters     gesandtenes  

gesandt, m

  1. gezant
  2. ambassadeur


  • ge·sandt
  • Afkomstig van het voltooid deelwoord gesandt van het Duitse werkwoord senden met het voorvoegsel ge-
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   gesandt     gesandten     gesandtar     gesandtane  

gesandt, m

  1. gezant
  2. ambassadeur