enkeltje
- en·kel·tje
het enkeltje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord enkel
- een kaartje voor een reis van A naar B maar niet voor de reis terug van B naar A
- Hij kocht een enkeltje naar Leipzig een terugreis had hij niet nodig.
- [2] retourtje
- Het woord enkeltje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "enkeltje" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be