• elek·tro·mo·tor
  • In de betekenis van ‘machine die beweegkracht geeft door elektrische stroom’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1]
  • afgeleid van motor met het voorvoegsel elektro-
enkelvoud meervoud
naamwoord elektromotor elektromotoren
elektromotors
verkleinwoord elektromotortje elektromotortjes

de elektromotorm

  1. (motortechniek) (elektrotechniek) is een machine die elektrische energie omzet in mechanische energie in de vorm van een draaiende beweging
96 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[2]