eenentachtigjarig
- Geluid: eenentachtigjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈenənˌtɑxtəxˌjarəx / (6 lettergrepen)
- een·en·tach·tig·ja·rig
- samenstellende afleiding van eenentachtig ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | eenentachtigjarig |
verbogen | eenentachtigjarige |
partitief | eenentachtigjarigs |
eenentachtigjarig
- 81 jaren durend
- Gedurende dit eenentachtigjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 81 jaar
- Bij de brand viel helaas een eenentachtigjarig slachtoffer.
- Het woord 'eenentachtigjarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.