duinmeer
  • duin·meer
enkelvoud meervoud
naamwoord duinmeer duinmeren
verkleinwoord

het duinmeero

  1. een meer gelegen in de duinen
     Het is nog niet bekend waardoor de jongeman in de problemen kwam in het rustige duinmeer. 'We vermoeden dat verdrinking de oorzaak is', aldus de woordvoerder. 'Mogelijk is hij onwel geworden.'[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Drenkeling duinmeer overleden in ziekenhuis” (Redactie 02-08-2013), Tubantia