doodbloeden
- Geluid: doodbloeden (hulp, bestand)
- dood·bloe·den
- samenstelling van dood en bloeden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doodbloeden |
bloedde dood |
doodgebloed |
zwak -d | volledig |
doodbloeden
- ergatief door bloedverlies het leven verliezen
- Het bleek dat hij door een slagaderlijke bloeding doodgebloed was.
- ergatief overdrachtelijk geleidelijk tot een einde komen
- Na dat grote verlies is bedrijf langzaam doodgebloed.
- De vijandelijke sfeer maakte duidelijk dat hun gesprekje snel zou doodbloeden.
- Het woord doodbloeden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doodbloeden" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be