De Cala Trebalúger op Menorca.
  • ca·la
  • Ontleend aan het Catalaanse cala.
enkelvoud meervoud
naamwoord cala cala's
verkleinwoord calaatje calaatjes

de calav

  1. (geologie) een kleine ronde baai langs een steile kust met een nauwe doorgang naar de open zee
    • De cala's van de Balearen, de Costa Brava en de Costa Blanca zijn een befaamde toeristische attractie. 


enkelvoud meervoud
cala cales

cala v

  1. (geologie) cala


cala m

  1. haven


vervoeging van
calar

cala

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van calar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van calar
vervoeging van
calarse

cala

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van calarse
vervoeging van
caler

cala

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van caler
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van caler
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van caler