• bloe·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord bloeding bloedingen
verkleinwoord bloedinkje bloedinkjes

de bloedingv

  1. (medisch) het uitvloeien van bloed buiten de bloedsomloop of buiten het lichaam
    • De bloeding kon gelukkig snel gestelpt worden. 
     'Ik heb verhalen gehoord van mensen met een slagaderlijke bloeding die een halfuur moesten wachten.' Direct na deze woorden vervloekte ze haar spontaniteit die op momenten als deze een heuse tegenstander was.[1]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]