bedroeven
- be·droe·ven
- In de betekenis van ‘verdriet aandoen’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- afgeleid van droef met het voorvoegsel be- en met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bedroeven |
bedroefde |
bedroefd |
zwak -d | volledig |
bedroeven
- overgankelijk triest stemmen, verdriet aandoen
- Het bedroefde hem dat er zo weinig aandacht voor deze zaak was.
- Dit werkwoord wordt vaak gebruikt in een zinsconstructie waarbij de oorzaak van de trieste stemming in een bijzin wordt beschreven.
1. triest stemmen
- Het woord bedroeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bedroeven" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "bedroeven" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ bedroeven op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be