bacteriestam

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bacteriestam    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bac·te·rie·stam

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bacterie zn  en  stam zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bacteriestam	bacteriestammen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bacteriestam m

1. groep genetisch identieke bacteriën

   ▸ De bacteriestam wordt nu opgestuurd naar internationale referentielaboratoria in Rome en Kopenhagen.

   ▸ Drie patiënten hebben dezelfde bacteriestam bij zich. Van de drie andere patiënten moet nog worden vastgesteld of het om hetzelfde type gaat.

Verwante begrippen

• bacteriesoort

Gangbaarheid

• Het woord bacteriestam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.