auto-uitlaat
  • au·to-uit·laat
enkelvoud meervoud
naamwoord auto-uitlaat auto-uitlaten
verkleinwoord

de auto-uitlaatm

  1. (techniek) buis waardoor de verbrandingsgassen uit de motor een auto kunnen verlaten
     De pk-winst van de motor is te danken aan nieuwe kleppen, een gereviseerde klepaandrijving, scherpere nokkenassen, een uitlaat met minder tegendruk en sensoren die beide turbo’s circa 5.000 toeren per minuut sneller laten draaien.[2]
     Dat begint met het stunten van de APK-prijs om vervolgens de auto af te keuren om er zelf beter van te worden. Stel het bedrijf verkoopt banden en uitlaten, dan is de kans groot dat daar primair opgelet wordt en je een fikse offerte wordt aangepraat.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Erik Kouwenhoven
    “Ferrari's elegante alleskunner heeft het karakter van een slapende leeuw” (14-08-2021), Tubantia
  3.   Weblink bron “’Misbruik van de APK’” (08 okt. 2021), De Telegraaf