WikiWoordenboek:Supinum

Het supinum is een werkwoordsvorm die als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt. De term is oorspronkelijk uit het Latijn afkomstig, maar wordt ook gebruikt voor bepaalde zelfstandig gebruikte werkwoordsvormen in andere talen.

Supinum in het Latijn

Het Latijn kent twee vormen van het supinum:

  1. accusatief: gelijk aan de onzijdige vorm van het voltooid deelwoord (op -um)
    a. wordt gebruikt na een ander werkwoord dat een beweging uitdrukt om aan te geven wat het doel van die beweging is
    «venit gratulatum»
    hij kwam om te feliciteren
    b. wordt zelden gebruikt om de passieve onbepaalde wijs van de toekomstige tijd te vormen
    «captum iri»
    gevangen zullen worden
  2. ablatief (respectivus): gelijk aan de onzijdige vorm van het voltooid deelwoord zonder -m, (dus op -u)
    a. wordt in een beperkt aantal uitdrukkingen gebruikt na een bijvoeglijk naamwoord om aan te geven in welk opzicht dan van toepassing is
    «horribile dictu»
    vreselijk om te zeggen

Supinum in het Zweeds

Supinum is in het Zweeds de werkwoordsvorm die samen met het hulpwerkwoord "hebben" de 'voltooid tegenwoordige tijd' en de 'voltooid verleden tijd' vormt, bijvoorbeeld 'jag har ropat' [= ik heb geroepen] of 'hon hade rest' [=zij had gereisd]. Een Zweeds werkwoord in het supinum eindigt altijd met de letter "t".