Oppersaksische Kreits
De Oppersaksische Kreits was een van de 10 kreitsen waarin het Heilige Roomse Rijk vanaf de 16e eeuw was verdeeld. Bij de oprichting van de Kreisen in 1500 was bijna heel Noordoost-Duitsland in de Saksische Kreits ingedeeld. Op de Rijksdag van Neurenberg in 1522 werd besloten de Saksische Kreits op te splitsen in de Neder- en de Opper-Saksische Kreits.
Omstreeks 1795 behoorden de volgende staten tot de Kreits (op rangorde geplaatst):
- De landen van de keurvorst van Saksen
- Het markgraafschap Brandenburg
- Het vorstendom Saksen-Weimar, deel van het hertogdom Saksen-Weimar-Eisenach
- Het vorstendom Saksen-Eisenach, deel van het hertogdom Saksen-Weimar-Eisenach
- Het vorstendom Saksen-Coburg
- Het vorstendom Saksen-Gotha
- Het vorstendom Saksen-Altenburg (verenigd met Saksen-Gotha in hertogdom Saksen-Gotha-Altenburg)
- De landen van de vorst van Hatzfeld (heerlijkheid Blankenhain, heerlijkheid Niederkranichfeld
- Het vorstendom Querfurt
- Het hertogdom Pommeren (Zweedse deel)
- Het hertogdom Pommeren (Pruisische deel)
- Het vorstendom Kammin (tot 1648 bisdom)
- Het vorstendom Anhalt
- De abdij van Quedlinburg
- De abdij Gernrode
- Het sticht Walkenried
- Het vorstendom Schwarzburg-Sondershausen
- Het vorstendom Schwarzburg-Rudolstadt
- Het graafschap Mansfeld
- De graafschappen Stolberg en Wernigerode
- Het graafschap Barby
- De heerlijkheden van de graven van Reuss
- De heerlijkheden van de graven van Schönburg
- Het graafschap Hohnstein met de heerlijkheden Lohra en Klettenberg
Verdwenen waren:
- Het prinsbisdom Meißen
- Het prinsbisdom Merseburg
- Het prinsbisdom Naumburg
- Het prinsbisdom Lebus
- Het prinsbisdom Kammin
- De abdij Saalfeld
- De abdij Rittershausen
- Het graafschap Beichlingen
- Het graafschap Ruppin
- Het graafschap Gleichen
- Het graafschap Roseneck
- De heerlijkheid Gerode