Marinus van der Goes van Naters
Marinus van der Goes van Naters (Nijmegen, 21 december 1900 - Wassenaar, 12 februari 2005) was een Nederlandse advocaat, natuurbeschermer en politicus. Hij was prominent lid van de PvdA (eerder de SDAP) en actief in zowel de Nederlandse als de Europese politiek.
Marinus van der Goes van Naters | ||||
---|---|---|---|---|
Algemeen | ||||
Geboren | 21 december 1900 | |||
Overleden | 12 februari 2005 | |||
Partij | SDAP (tot 1946) PvdA (vanaf 1946) | |||
Titulatuur | jhr. mr. | |||
Functies | ||||
1935–1940, 1946–1965 |
Lid van het partijbestuur | |||
1937–1967 | Lid van de Tweede Kamer | |||
1945–1951 | Fractievoorzitter in de Tweede Kamer | |||
1952–1958 | Lid van de Gemeenschappelijke Vergadering van de EGKS | |||
1958–1967 | Lid van het Europees Parlement | |||
|
Achtergrond
bewerkenOpleiding en vroege carrière
bewerkenVan der Goes van Naters was een telg uit de adellijke familie Van der Goes uit Nijmegen, met een protestants-liberale achtergrond. Na zijn opleiding aan het Nijmeegs gymnasium studeerde hij tussen 1919 en 1923 rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Leiden. Na zijn afstuderen vestigde hij zich als advocaat in Nijmegen. Na zijn promotie in 1930 in de rechtsgeleerdheid vestigde hij zich in Heerlen.
In de jaren 30 trad hij toe tot de SDAP (Sociaal-Democratische Arbeiderspartij) Hij zette zich actief in voor zijn partij en trad in 1935 toe tot het landelijk partijbestuur. Op 8 juni 1937 volgde zijn verkiezing tot lid van de Tweede Kamer.
Ook heeft Van der Goes van Naters zitting genomen als lid in de Staatscommissie Couvée tussen 1946 en 1948.
In de oorlog
bewerkenVan der Goes bracht het grootste gedeelte van de Tweede Wereldoorlog door in gijzeling, samen met de rest van de Nederlandse politieke top die niet uitgeweken was naar Engeland. Hij zat achtereenvolgens gevangen in Buchenwald, Haaren en Sint-Michielsgestel. Dit kamp werd in 1944 door de geallieerden bevrijd.
Politieke carrière
bewerkenDirect na de bevrijding keerde Van der Goes terug in de vaderlandse politiek. In 1945 werd hij de eerste naoorlogse fractievoorzitter van de SDAP en behield die positie ook in 1946, toen de partij opging in de PvdA.
Van der Goes richtte zich in deze tijd op de wederopbouw van Nederland en de herstelbetalingen vanuit Duitsland. Hij was voorstander van het grootschalig annexeren van Duits grondgebied als compensatie voor door Nederland geleden schade. Tegelijkertijd echter behoorde hij, vanuit zijn socialistische achtergrond, tot de groep die internationale samenwerking en pan-Europeanisme aanhing als permanente remedie tegen oorlog en vehikel voor langdurige vrede.
In 1951 kwam Van der Goes in conflict met minister-president Willem Drees, vanwege de problemen rond Nieuw-Guinea. Van der Goes wilde hierover met de Republiek Indonesia onderhandelen. Hij verloor de machtsstrijd en moest aftreden als fractievoorzitter. Wel bleef hij lid van de Tweede Kamer na de verkiezingen van 1952 en vanaf dat jaar combineerde hij zijn parlementaire werkzaamheden met een lidmaatschap van de "Gemeenschappelijke Vergadering van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal". In 1958 werd hij lid van het eerste Europese Parlement (waarvoor hij toen nog als lid aangewezen werd door de Staten-Generaal).
Van der Goes bleef deze taken vervullen tot 1967, toen hij zowel het Nederlandse als het Europese parlement verliet. In de tussenliggende jaren had hij zich ingezet voor de wederopbouw, de Europese integratie en de ontwikkelingssamenwerking met armere landen.
Hij was een van de eerste politici in Nederland die zich druk maakte om behoud van het milieu. Hij was gedurende een reeks van jaren voorzitter van de Contact-Commissie voor Natuur- en Landschapsbescherming, de voorloper van de Stichting Natuur en Milieu.
Na zijn politieke loopbaan
bewerkenHoewel hij officieel met pensioen was, bleef Van der Goes politiek geïnteresseerd en actief. Tussen 1970 en 1973 was hij gasthoogleraar aan de Universiteit van Rwanda. Daarna schreef hij zijn autobiografie "Met en tegen de tijd: Een tocht door de twintigste eeuw", die in 1980 uitkwam.
Tegelijkertijd bleef hij als betrokken lid actief in de PvdA. Vanuit zijn woning in Wassenaar verkondigde hij dikwijls zijn mening over de politiek van alledag in het partijblad van de PvdA. Meer dan eens veroorzaakten zijn stukken opschudding in de gelederen van zijn partij, zeker wanneer de "rode jonker" of "het orakel van Wassenaar" zich minder positief uitliet over populaire politici als Wim Kok.
Van der Goes van Naters werd in 1951 onderscheiden en benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. In 1967 werd hij, als dank voor zijn inzet voor het land in de politiek, bevorderd tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau. Marinus van der Goes van Naters stierf begin 2005 op 104-jarige leeftijd en is begraven op Begraafplaats Rustoord aan de Postweg te Nijmegen.
Publicaties (selectie)
bewerken- Het staatsbeeld der sociaal-democratie (proefschrift, 1930)
- De leiding van den staat (1945)
- Met en tegen de tijd, herinneringen (autobiografie, 1980)