Delicatesse
Een delicatesse is voedsel dat als bijzonder aangenaam van smaak wordt beschouwd en meestal omgeven is met enige exclusiviteit. Delicatessen zijn sterk gebonden aan een cultuur. Het eten van haring zoals in Nederland gebruikelijk is, is in andere landen zeer ongebruikelijk omdat de vis rauw wordt gegeten. In Thailand zijn gefrituurde schorpioenen en schildpaddenvlees juist delicatessen. In Japan is fugu populair, dat wordt bereid uit de zeer giftige kogelvis.
Veel delicatessen zijn niet zozeer gewaardeerd om de smaak, maar om de exclusiviteit. Bekende voorbeelden zijn haaienvinsoep, schildpadsoep en kaviaar. Ook sommige schimmels worden gewaardeerd, zowel de vruchtlichamen (paddenstoelen en truffels) als de schimmeldraden die geteeld worden in verschillende soorten kaas. Voorbeelden zijn Camembert, blauwschimmelkaas en brie. Een extreem voorbeeld van een delicatesse is Casu marzu, een kaas die gerijpt wordt door vliegenmaden.
Meer delicatessen - voor een groter publiek beschikbaar en gewaardeerd - zijn: kreeften- en krabbenvlees, oesters en slakken.
Sommige delicatessen staan er om bekend dat ze bij veel mensen niet geliefd zijn. Vaak hebben dergelijke etenswaren een element dat op zichzelf als onsmakelijk wordt beschouwd. Een voorbeeld is de doerian of stinkvrucht, die ruikt naar rotte eieren, maar desondanks als een lekkernij wordt beschouwd in Zuidoost-Azië. Of hákarl, een IJslands gerecht dat sterk ruikt naar ammonia. Bekend is ook de Limburgse stinkkaas rommedoe. Dergelijke producten worden vaak als verworven smaak omschreven.