Kotoku
Keizer Kōtoku (孝徳天皇, Kōtoku-tennō, 596 – 24 november 654)[1] was de 36e keizer van Japan volgens de traditioneel volgorde.[2] Hij regeerde van 645 tot 654.[3]
Kōtoku | ||
---|---|---|
596 – 654 | ||
36e keizer van Japan | ||
Periode | 645 tot 654 | |
Voorganger | Kogyoku | |
Opvolger | Saimei | |
Vader | Prins Chinu | |
Moeder | Prinses Kibitsu-hime |
Genealogie
bewerkenVoor zijn troonsbestijging was zijn persoonlijke naam (zijn imina)[4] Karu-no-Ōji (軽皇子), ook bekend als Ame-Yorodzu Toyo-hi.[5]
Kōtoku was een achterkleinzoon van keizer Bidatsu. Hij was de zoon van Chinu no ōkimi (prins Chinu, 茅渟王) en Kibitsuhime no ōkimi (prinses Kibitsuhime, 吉備姫王). Keizerin Kōgyoku was zijn oudere zus. Zij regeerde zowel voor als na hem.
Kōtoku had drie vrouwen, waaronder zijn keizerin; Hashihito no Himemiko (Prinses Hashihito), de dochter van keizer Jomei.
Gebeurtenissen tijdens de regeerperiode van Kōtoku
bewerkenKōtoku besteeg de troon in 645,[6] twee dagen nadat keizerin Kōgyoku was afgetreden vanwege de moord op Soga no Iruka door prins Naka no Ōe. Aanvankelijk trad ze af zodat Naka no Ōe keizer kon worden, maar die wilde dat Kōtoku eerst zou regeren.
Kōtoku voerde na keizer te zijn geworden de Taika in. Volgens de Nihonshoki was hij een vreedzaam persoon en een aanhanger van het Boeddhisme.
In 645 stichtte hij een nieuwe stad in het gebied Naniwa en maakte deze tot hoofdstad. De nieuwe stad had een zeehaven, wat goed uitkwam voor de handel met het buitenland en voor diplomatieke activiteiten.
In 653 stuurde Kōtoku afgevaardigden naar de Tang-dynastie, maar een aantal schepen haalden China niet vanwege schipbreuk.
Naka no Ōe behield tijdens de regeerperiode van Kōtoku de titel van kroonprins, en was de de facto leider van de overheid. Toen in 653 Kōtoku weigerde om de hoofdstad weer naar de provincie Yamato te verplaatsen, vertrok Naka no Ōe tegen de wil van Kōtoku in naar deze provincie. Veel volgelingen aan het hof gingen met hem mee. Een jaar later stierf Kōtoku door ziekte.
Na de dood van Kōtoku wilde Naka no Ōe nog steeds geen keizer worden, dus werd Kōgyoku weer keizer, nu onder de naam Saimei.
- Aston, William George. (1896). Nihongi: Chronicles of Japan from the Earliest Times to A.D. 697. London: Kegan Paul, Trench, Trubner. OCLC 448337491.
- Brown, Delmer M. and Ichirō Ishida, eds. (1979). Gukanshō: The Future and the Past. Berkeley: University of California Press. ISBN 978-0-520-03460-0; OCLC 251325323.
- Titsingh, Isaac. (1834). Nihon Ōdai Ichiran; ou, Annales des empereurs du Japon. Paris: Royal Asiatic Society, Oriental Translation Fund of Great Britain and Ireland. OCLC 5850691.
- Varley, H. Paul. (1980). Jinnō Shōtōki: A Chronicle of Gods and Sovereigns. New York: Columbia University Press. ISBN 978-0-231-04940-5; OCLC 59145842.
- ↑ 24 november 654 komt overeen met de tiende dag van de tiende maand van 654 volgens de traditionele Japanse kalender, die gebruikt werd tot 1873.
- ↑ Japanse hof (Kunaichō), 孝徳天皇 (36)
- ↑ Titsinh, Isaac. (1834). Annales des empereurs du Japon, pp. 47-30; Brown, Delmer et al. (1979). Gukanshō, pp. 266-267; Varley, H. Paul. Jinnō Shōtōki. p. 132-133.
- ↑ Brown, p. 264.
- ↑ Aston, William. (2005). Nihongi, p. 195-196; Brown, p. 266.
- ↑ Titsingh, pp. 47-48; Brown, p. 266; Varley, p. 44; een specifieke daad van 'senso' niet is opgenomen voorafgaand aan de Tenji; ook de 'senso' en 'sokui' voor alle keizers voorafgaand aan de Go-Murakami anders dan Jitō, Yozei, Go-Toba en Fushimi werd in hetzelfde jaar.