Klooster-Lidlum

nederzetting in Waadhoeke, Nederland

Klooster-Lidlum (Fries: Kleaster-Lidlum) is een gehucht of buurtschap in de gemeente Waadhoeke, in de Nederlandse provincie Friesland. Klooster-Lidlum ligt tussen Oosterbierum, Tzummarum en Franeker, deels aan de N393 en de N384 en bestaat voornamelijk uit boerderijen.. De plaats kan worden gezien als een buurtschap omdat er geen kern is. In 2023 had Klooster-Lidlum 40 inwoners.[1] Het dorpsbelang behartigt de belangen van Oosterbierum en Klooster-Lidlum.

Klooster-Lidlum
Plaats in Nederland Vlag van Nederland
Klooster-Lidlum (Friesland)
Klooster-Lidlum
Situering
Provincie Friesland
Gemeente Waadhoeke
Coördinaten 53° 14′ NB, 5° 31′ OL
Algemeen
Oppervlakte 2,53[1] km²
- land 2,53[1] km²
- water 0[1] km²
Inwoners
(2023-01-01)
40[1]
(16 inw./km²)
Woning­voorraad 15 woningen[1]
Overig
Woonplaats­code 1376
Belangrijke verkeersaders N393 N384
Detailkaart
Kaart van Klooster-Lidlum
Locatie in de voormalige gemeente Franekeradeel
Foto's
Klooster-Lidlum, de weg N393 richting Oosterbierum
Klooster-Lidlum, de weg N393 richting Oosterbierum
Portaal  Portaalicoon   Nederland
Friesland

Geschiedenis

bewerken

Het dorp is ontstaan op een terp. Een vermelding in 1318 spelt de plaats als Lidlim en in 1325 als Lidlum. De plaatsnaam zou verwijzen naar de woonplaats van Liudila.[2]

Vanaf 1254 stond hier het Premonstratenzer klooster Vallis Mariae of Mariadal. In de omgeving van het klooster ontwikkelde zich een dorp dat het negende dorp van de grietenij Barradeel werd. Na het sluiten van het klooster dunde het dorp gaandeweg uit. In 1840 waren er nog 78 inwoners in maar 9 huizen, terwijl er op het hoogtepunt sprake was van 600 inwoners. In de loop van de twintigste eeuw groeide het aantal huizen weer wat maar daalde het aantal inwoners.

Tot de gemeentelijke herindeling van 1 januari 1984 lag de plaats in de gemeente Barradeel. En tussen 1984 en 2018 lag het dorp in de gemeente Franekeradeel. Per 2018 is Franekeradeel opgegaan in de gemeente Waadhoeke.

Klooster

bewerken

Het klooster was in 1182 vanuit Mariëngaarde gesticht als kanunnikenklooster, en lag aanvankelijk wat dichter bij de Waddenzee aan de Kapellewei in de Hornestreek.

Naar een van de beide oprichters werd het ook wel Lidlum genoemd. Later brachten zij het klooster onder de Premonstratenzer orde. Wegens overstromingsgevaar werd het klooster in 1232 meer landinwaarts verplaatst, en in 1254 onder Sibo Deimta, de vijfde abt van het klooster, nogmaals. In de 13e eeuw werd het klooster intensief betrokken bij het onderhouden van de zeedijken van de Middelzee. In het klooster, dat door wallen was omgeven, woonden toen zo'n 600 mensen.

Vanuit het klooster werden de parochies van Lutkewierum, Oosterzee, Berlikum, Sexbierum, Spannum, Winsum, Tzummarum, Menaldum, Bozum, Welsrijp, Herbaijum, Huins, Baard, Oosterlittens, Britswerd en Hoorn (Terschelling) bediend. Als Premonstratenzer klooster koos het de kant van de Vetkopers en streed het onder andere tegen Roorda's van Tzummarum, met de Sjaardema's van Franeker en zelfs met de schiere monniken van het klooster Bloemkamp.

Dieptepunt in de geschiedenis van het klooster was de moord op de abt Eelko Liauckama op de Uithof in Boksum op 22 maart 1332. Eelco protesteerde tegen het zuipen en vlees eten in de heilige vastentijd door de broeders. De mannen konden deze 'bekrompen' kritiek niet verdragen en sloegen hun geestelijke vader met een knuppel dood. Geen varkenshaasjes maar witte rozen zouden uit de mouwen van zijn pij tevoorschijn zijn gekomen.[bron?] Eelco werd in het lekengedeelte van de kerk begraven en als martelaar vereerd. Als zalige Eelco van Liauckema komt hij nog steeds voor in de heiligenkalender van de Orde van Premonstreit.

In 1572 werd het klooster geplunderd en verwoest. Caspar de Robles herstelde de orde voor korte tijd, maar tevergeefs. Het bezit van het klooster ging in 1580 over naar de Staten van Friesland.

Zie ook

bewerken
bewerken

Literatuur

bewerken
Zie de categorie Klooster-Lidlum van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.