Josias II van Waldeck-Wildungen
Graaf Josias II van Waldeck-Wildungen (Wildungen,[1][2][3] 31 juli 1636Jul.[4][noot 1] – Kandia, 8 augustus 1669Greg.[5][noot 2]), Duits: Josias II. Graf von Waldeck-Wildungen (officiële titels: Graf zu Waldeck und Pyrmont, Herr zu Tonna), was een graaf uit het Huis Waldeck. Hij was sinds 1660 graaf van Waldeck-Wildungen. Hij was echter vooral militair.
Josias II van Waldeck-Wildungen | ||
---|---|---|
Graaf Josias II van Waldeck-Wildungen. Kopergravure van Matthäus Merian (1593-1650), 17 x 22 cm, 1680.
| ||
Graaf van Waldeck-Wildungen | ||
Regeerperiode | 1660–1669 | |
Voorganger | Christiaan Lodewijk | |
Opvolger | Christiaan Lodewijk | |
Militaire informatie | ||
Land/partij | Keurvorstendom Brandenburg, Koninkrijk Zweden, Rijksleger, Hertogdom Brunswijk-Lüneburg, Republiek Venetië | |
Rang | Kolonel der infanterie 1655, generaal-majoor 1656, Generalfeldwachtmeister 1663 | |
Slagen/oorlogen | Slag bij Warschau (1656), Oostenrijks-Turkse Oorlog (1663-1664), Beleg van Kandia (1669) | |
Algemene informatie | ||
Huis | Huis Waldeck | |
Vader | Filips VII van Waldeck-Wildungen | |
Moeder | Anna Catharina van Sayn-Wittgenstein | |
Geboren | 31 juli 1636Jul. Wildungen | |
Gestorven | 8 augustus 1669Greg. Kandia | |
Begraven | Sint-Catharinakerk, Kandia Evangelische Stadskerk, Wildungen | |
Echtgenote | Wilhelmina Christina van Nassau-Siegen | |
Religie | Luthers | |
Het wapen van de graven van Waldeck-Wildungen. |
Biografie
bewerkenJosias werd geboren in Wildungen op 31 juli 1636Jul. als de tweede zoon van graaf Filips VII van Waldeck-Wildungen en gravin Anna Catharina van Sayn-Wittgenstein.[1][6][7][8] Na het overlijden van zijn vader in 1645 volgde Christiaan Lodewijk, de oudste broer van Josias, hem op. Christiaan Lodewijk stond tot 1660 onder regentschap van zijn moeder.[9] In dat jaar verkreeg Josias het Amt Wildungen als apanage, later ook de Ämter Wetterburg en Landau.[5]
Josias was eerst in dienst van keurvorst Frederik Willem van Brandenburg, onder wie hij in 1655 kolonel der infanterie was en in 1656 als generaal-majoor in de Slag bij Warschau vocht.[4][noot 3] In 1660 was hij overste in Zweedse dienst.[1][3][5] In 1663 nam hij als keizerlijk Generalfeldwachtmeister deel aan de Turkse Oorlog en werd bij Fünfkirchen gewond door een pijl.[4][5]
In 1665 nam hij als generaal-majoor het bevel over de Brunswijk-Lüneburgse troepen – bestaande uit vier regimenten cavalerie, twee regimenten infanterie, enige artillerie en enkele gardecompagnieën – over van hertog George Willem van Brunswijk-Lüneburg.[4] Vervolgens droeg George Willem in 1668 drie infanterieregimenten over aan de Republiek Venetië voor de oorlog op het eiland Kreta, waarvan de hoofdstad Kandia zwaar belegerd werd door de Turken. Josias kreeg het opperbevel over deze 3300 mannen en marcheerde laat in de herfst van dat jaar naar Venetië. Op 28 maart 1669 scheepte hij zich in en op 12 mei landde hij op het eiland. Tijdens de verdediging tegen de aanvallen van de belegeraars, kreeg hij, na al eerder aan de arm gewond te zijn geweest, op 16 juli[noot 4] een nieuwe gevaarlijke wond door een granaatsplinter in het been. De heersende grote hitte en de gemoedstoestand, die voortkwam uit ruzies met de opperbevelhebber, kapitein-generaal Morosini, verergerden zijn toestand en op 8 augustusGreg.[noot 5] rond middernacht overleed hij. Zijn lichaam werd eerst begraven in de Sint-Catharinakerk in Kandia[10] en vervolgens overgebracht naar Wildungen.[5][10] In de Evangelische Stadskerk in Bad Wildungen bevindt zich het in 1674 door Heinrich Papen gemaakte grafmonument voor Josias.
Omdat zijn zoons al waren overleden kwamen de Ämter Wildungen, Wetterburg en Landau na het overlijden van Josias weer in het bezit van zijn broer Christiaan Lodewijk.[10]
-
Graaf Josias II van Waldeck-Wildungen. Anoniem portret, ca. 1655–1660, Schloss Bergheim.
-
Wildungen in 1655. Gravure van Matthäus Merian.
-
Het Beleg van Kandia.
-
Het grafmonument voor graaf Josias II van Waldeck-Wildungen in de Evangelische Stadskerk in Bad Wildungen.
Huwelijk en kinderen
bewerkenJosias huwde op Slot Arolsen op 26 januari 1660[8][11][noot 6] met gravin Wilhelmina Christina van Nassau-Siegen (1629[11][noot 7] – Hildburghausen, 22 januari 1700[11][noot 8]), de jongste dochter van graaf Willem van Nassau-Siegen en gravin Christiane van Erbach.[1][2][8][11]
Josias en Wilhelmina Christina waren nauw verwant. Elisabeth van Nassau-Siegen, de grootmoeder van Josias, was de oudste zuster van de vader van Wilhelmina Christina. Ook via moederszijde was Josias verwant aan Wilhelmina Christina. Zijn overgrootmoeder, eveneens Elisabeth van Nassau-Siegen genaamd, was een jongere zuster van graaf Johan VI ‘de Oude’ van Nassau-Siegen, de overgrootvader van Wilhelmina Christina. Agnes van Wied-Runkel, de betovergrootmoeder van Josias, was een dochter van weer een andere Elisabeth van Nassau-Siegen, een jongere zuster van graaf Willem I ‘de Rijke’ van Nassau-Siegen, die ook de betovergrootvader van Wilhelmina Christina was. Tot slot stamden zowel Josias als Wilhelmina Christina af van graaf Wolraad I van Waldeck-Waldeck, Wilhelmina Christina via haar grootmoeder Magdalena van Waldeck-Wildungen.
Uit het huwelijk van Josias en Wilhelmina Christina werden de volgende kinderen geboren:
- Eleonora Louise (Slot Arolsen, 9 juli 1661 – aldaar, 25 augustus 1661).
- Willem Filips (Slot Arolsen, 27 september 1662 – aldaar, 29 december 1662).
- Charlotte Dorothea (Slot Arolsen, 9 oktober 1663 – aldaar, 10 december 1664).
- Charlotte Johanna (Slot Arolsen, 13 december 1664 – Hildburghausen, 1 februari 1699), huwde op 2 december 1690 in Maastricht met hertog Johan Ernst van Saksen-Saalfeld (Gotha, 22 augustus 1658 – Saalfeld, 17 december 1729).
- Sophia Wilhelmina (Slot Arolsen, 24 september 1666 – 13 februari 1668).
- Maximiliaan Frederik (Slot Arolsen, 25 april 1668 – aldaar, september 1668).
- Willem Gustaaf (Slot Arolsen, 25 april 1668 – aldaar, 21 mei 1669).
Voorouders
bewerkenExterne link
bewerken- (en) Waldeck op: An Online Gotha, by Paul Theroff.
Voorganger: Christiaan Lodewijk |
Graaf van Waldeck-Wildungen 1660–1669 |
Opvolger: Christiaan Lodewijk |
- (de) Dek, A.W.E. (1962). Graf Johann der Mittlere von Nassau-Siegen und seine 25 Kinder. Krips Repro, Rijswijk.
- Dek, A.W.E. (1968). De afstammelingen van Juliana van Stolberg tot aan het jaar van de Vrede van Münster. Spiegel der Historie. Maandblad voor de geschiedenis der Nederlanden 1968 (7/8): 288-303
- Dek, A.W.E. (1970). Genealogie van het Vorstenhuis Nassau. Europese Bibliotheek, Zaltbommel.
- (de) Haarmann, Torsten (2014). Das Haus Waldeck und Pyrmont. Mehr als 900 Jahre Gesamtgeschichte mit Stammfolge, Deutsche Fürstenhäuser Heft 35. Börde-Verlag, Werl. ISBN 978‑3‑981‑4458‑2‑4.
- (de) Hoffmeister, Jacob Christoph Carl (1883). Historisch-genealogisches Handbuch über alle Grafen und Fürsten von Waldeck und Pyrmont seit 1228. Verlag Gustav Klaunig, Cassel. Gearchiveerd op 28 augustus 2023.
- (fr) Huberty, Michel, Giraud, Alain; Magdelaine, F. & B. (1981). l’Allemagne Dynastique. Tome III: Brunswick-Nassau-Schwarzbourg. Alain Giraud, Le Perreux.
- (de) Menk, Gerhard (1992). Georg Friedrich von Waldeck 1620–1692. Eine biographische Skizze. Waldeckische Historische Hefte Band 3. Waldeckischer Geschichtsverein e.V., Arolsen. ISBN 3‑9802226‑5‑9.
- (de) Poten, Bernhard von, ʻWaldeck, Josias Grafʼ in: Allgemeine Deutsche Biographie. Band 40, Duncker & Humblot, Leipzig (1896), p. 676-677.
- Vorsterman van Oyen, A.A. (1882). Het vorstenhuis Oranje-Nassau. Van de vroegste tijden tot heden. A.W. Sijthoff en J.L. Beijers, Leiden en Utrecht.
Voetnoten
- ↑ Dek (1970), p. 88, Dek (1968), p. 276 en 297, Hoffmeister (1883), p. 63 en Vorsterman van Oyen (1882), p. 117 vermelden de datum 31 juli 1636 zonder vermelding welke kalender gebruikt is.
- ↑ Von Poten (1896), p. 677 vermeldt de datum 29 juli. Dek (1970), p. 88, Dek (1968), p. 276 en 297, Hoffmeister (1883), p. 63 en Vorsterman van Oyen (1882), p. 117 vermelden de datum 8 augustus. Vermoedelijk heeft de eerstgenoemde auteur de datum berekend volgens de Juliaanse kalender en hebben de overige auteurs de datum berekend volgens de Gregoriaanse kalender.
- ↑ Volgens Dek (1970), p. 88, Dek (1968), p. 297 en Hoffmeister (1883), p. 63 was Josias in 1656 ritmeester in Brandenburgse dienst.
- ↑ Von Poten (1896), p. 677 vermeldt de datum 6 juli. Dek (1970), p. 88 en Dek (1968), p. 276 en 297 vermelden de datum 16 juli. Vermoedelijk heeft de eerstgenoemde auteur de datum berekend volgens de Juliaanse kalender en de laatstgenoemde volgens de Gregoriaanse kalender.
- ↑ Zie noot 2.
- ↑ “Dek (1970): gehuwd in Helsen, voorstad van Arolsen 26‑1‑1660. Dit is een verkeerde interpretatie van de huwelijksakte. Men vindt inderdaad in de parochieregisters van Helsen, de huwelijksakte, maar in deze staat: «1660 den 26 Januar ist der Hochgeborene Graff und Herr, Herr Josias Graff zu Waldeck u. Piermont … mit der Hochgebohrenen Gräfinnen Frewlein Wilhelmine Christina, Frewlein von Nassau, Catzenelnbogen, Vianden u. Diez, uff Arolsen abends umb 7 Uhren copulirt worden». Men vindt de datum 26‑1‑1659 in Europäische Stammtafeln I, 117.”[12]
- ↑ “Ze is zeker niet geboren in 1625, zoals Europäische Stammtafeln beweert. Ze is gedoopt in Heusden op 10‑6‑1629 en waarschijnlijk daar geboren. Er zij echter op gewezen dat Willem van Nassau-Siegen op 31‑5‑1629 vanuit Ortheim aangifte deed van de geboorte van zijn dochter (zie: Staatsarchief Wiesbaden 170III).”[13]
- ↑ “Overleden op 21‑1‑1700 volgens Europäische Stammtafeln I, 117; op 22‑1‑1707 volgens Europäische Stammtafeln I, 139 en Hoffmeister (1883), bevestigd door Dek (1970), met Saalfeld als plaats van overlijden. Maar het overlijden komt noch in januari 1700 noch in januari 1707 voor in de parochieregisters van Saalfeld. Saalfeld moet worden uitgesloten als mogelijke plaats van overlijden. Waldeckischer Helden – und Regenten – Saal, een manuscript geschreven in 1737 door de geheimraad August von Klettenburg en bewaard in het staatsarchief Marburg, vermeldt dat de vorstin op 21‑1‑1700 te Cuylenborg in Holland is overleden. Het is mogelijk dat zij verward werd met haar schoonzuster Juliana Elisabeth die «Gräfin Cülenborg» genoemd werd en in 1707 overleed, hetgeen een oorzaak van de vergissing schijnt te zijn voor sommige auteurs die, zoals we hebben gezien, de vorstin in dat jaar laten overlijden. Ten slotte wordt in het boek Bau und Kunstdenkmäler, Kreis der Eder beweerd dat zij in Slot Altwillungen is gestorven. Geen van deze beweringen is juist. De overlijdensakte is te vinden in het parochieregister van Hildburghausen, Stadtkirche, deel I, p. 475 R, jaar 1700: «Die Hochgeb. Gräfin u. Frau Wilhelmine Christina Verwittibte Gräfin zu Waldeck Wildungen, gebohrene Gräfin zu Nassau usw. wird aus diesem Hochfürstl. Residence Schlosse, den 22. January seelig Entschlafen, den 27, abendts umb 7 Uhr in Hochansehentlichen Leichenprocess von hier auf bis vors thor Begleithet, und so ferner auf Saaltfeld gebracht worden.»”[13]
Referenties
- ↑ a b c d Dek (1970), p. 88.
- ↑ a b Dek (1968), p. 276.
- ↑ a b Dek (1968), p. 297.
- ↑ a b c d Von Poten (1896), p. 676.
- ↑ a b c d e Hoffmeister (1883), p. 63.
- ↑ Dek (1968), p. 275.
- ↑ Hoffmeister (1883), p. 61.
- ↑ a b c Vorsterman van Oyen (1882), p. 117.
- ↑ Hoffmeister (1883), p. 65.
- ↑ a b c Von Poten (1896), p. 677.
- ↑ a b c d Huberty, et al. (1981), p. 273.
- ↑ Huberty, et al. (1981), p. 290.
- ↑ a b Huberty, et al. (1981), p. 289.