MV Agusta bood Mike Hailwood, die de races op Man bezocht, fabrieksracers voor de Junior TT en de Senior TT aan, maar Haildwoods contract met Honda verbood hem aan WK-races deel te nemen. Daarom kreeg John Hartle de kans, maar Hartle viel al op zaterdag tijdens de Production 750 TT bij Windy Corner en werd met een lichte hersenschudding naar het ziekenhuis gebracht. Hij was niet op tijd fit om aan de Junior TT deel te nemen. Hij startte later wel in de Senior TT, maar viel al in de eerste ronde bij Cronk-ny-Mona. Op zaterdag 8 juni reden de zijspanklassen. Daar was voor het eerst de 750cc-zijspanklasse toegevoegd. Ze startte tegelijk met de 500cc-WK-klasse en men verwachtte dat de 750cc-Triumphs en 650cc-BSA's tot snellere tijden in staat zouden zijn dan de 500cc-BMW's. Dat was echter niet zo. Winnaar Terry Vinicombe reed met zijn BSA-combinatie de vijfde totaaltijd. Op 10 juni, tijdens de Lightweight 250 cc TT, verongelukte Ian Veitch door een val na een vastloper. De 50cc-klasse reed voor het laatst op het eiland Man.
De Senior TT werd ook een gemakkelijke prooi voor Giacomo Agostini. Ze werd onder zeer warme omstandigheden gereden, iets wat voor de Isle of Man TT erg bijzonder was. Het was zelfs zó heet dat de rijders gewaarschuwd werden voor gesmolten teerplekken in de buurt van Ramsey. Alan Barnett reed na de eerste ronde op de tweede plaats met zijn Métisse-Matchless. Hij was nog herstellende van een blindedarmoperatie ruim twee weken eerder. Hij reed ook voor het eerst op het eiland Man. Op de derde plaats reed Griff Jenkins met een Matchless. In de tweede ronde viel Barnett uit door een kapotte uitlaat en Jenkins viel en moest naar het ziekenhuis worden gebracht. Nu vocht een flink aantal rijders om de tweede plaats: Derek Woodman, Kel Carruthers, Percy Tait en Brian Ball. Agostini stopte na de derde ronde om zijn ketting te laten spannen. Dat kostte hem twee minuten, die hij zich echter gemakkelijk kon veroorloven. Uit de groep strijders om de tweede plaats verdwenen er een aantal, maar er kwam er ook één bij: Barry Randle, die zich met zijn Petty-Norton naar voren had gevochten vanaf de twaalfde plaats. John Cooper lag tot de laatste ronde op de tweede plaats, maar zag die verloren gaan door een motorisch probleem met zijn Seeley. Brian Ball werd met de Seeley tweede en Barry Randle werd derde.
In de Lightweight 250 cc TT ging het tussen Bill Ivy en Phil Read, tot Read in de vierde ronde met een lekke band uitviel bij Bungalow. Ivy kon toen rustig naar de streep rijden om met meer dan twee minuten voorsprong op Pasolini te winnen, maar hij blesseerde zijn voet in de laatste ronde toen die tussen zijn voetsteun en het asfalt kwam. Hij ging door, maar moest van zijn machine én op het podium getild worden. In deze race verongelukte de Nieuw-Zeelander Ian Veitch. Hij reed voor het eerst op Man en raakte bij Ballagarey Corner een paaltje langs de weg doordat zijn Kawasaki was vastgelopen. Hij overleed onderweg naar het ziekenhuis.
In de Lightweight 125 cc TT, die ná de Lightweight 250 cc TT gereden werd, wilde Phil Read revanche nemen voor zijn verlies. Maar ook Yamaha wilde dat Read de 125cc-klasse won. Bill Ivy leidde deze race en zette zelfs de eerste ronde boven 100 mph gemiddeld met een 125cc-machine neer, maar hij werd tegen het einde zó traag, dat Read hem gemakkelijk kon inhalen. Een zogenaamd defect aan zijn machine werd nooit ontdekt, maar het was toen al duidelijk dat Yamaha stalorders had uitgedeeld: Read moest 125cc-kampioen worden, Ivy 250cc-kampioen. Kel Carruthers werd met een Honda CR 93 derde.
In de 50 cc TT startte Hans Georg Anscheidt niet, hij was zelfs niet naar Man gereisd omdat hij het startgeld te laag vond, niet eens genoeg om de overtocht en het verblijf op Man te betalen. Hij was geen fabrieksrijder meer en moest zelf zijn kosten dekken. Dat gold overigens voor alle (honderden) deelnemers van de Isle of Man TT. Er gingen overigens op het eiland al langere tijd stemmen op om de 50 cc TT te schrappen. De klasse was er niet populair en bovendien reed ze slechts drie ronden. Ze werd dan ook aangekondigd als "de meest vervelende race van de week". Het ontbreken van de Suzuki-fabrieksracers was ook een tegenvaller en de snelle Ángel Nieto viel al in de eerste ronde, waarbij hij een been brak. Uiteindelijk kwamen van de 33 starters er slechts 12 aan de finish. Barry Smith (Derbi) werd eerste, Chris Walpole (Honda) tweede en Leslie Griffiths (Honda) derde.