Paus Gregorius I
De heilige Gregorius (Rome, ca. 540 - aldaar, 12 maart 604), bijgenaamd de Grote, was de 64e paus van de Katholieke Kerk. Hij bekleedde het pontificaat van 590 tot aan zijn dood in 604 en geldt als een van de kerkvaders. Paus Bonifatius VIII verleende hem in 1295 de eretitel van kerkleraar. Zijn feestdag is 3 september in de rooms-katholieke kerk; de oosters-orthodoxe kerken en de oosters-katholieke kerken vieren zijn feestdag op 12 maart.
Gregorius I | ||||
---|---|---|---|---|
540 – 604 | ||||
Paus | ||||
Periode | 590-604 | |||
Voorganger | Pelagius II | |||
Opvolger | Sabinianus | |||
Lijst van pausen | ||||
|
Biografie
Aanhanger van de Regula Benedicti
Gregorius was zeer onder de indruk van de Regula Benedicti (Regel van Benedictus). Hij schreef een biografie over Benedictus van Nursia als tweede boek van zijn Dialogen, waardoor het benedictijnse kloosterdom nog populairder werd. Zijn Dialogen was zo populair dat het naar verschillende talen werd vertaald, met het resultaat dat Gregorius in het Oosten bekend kwam te staan als Gregorius de Dialogist. Hij was een aanhanger van de ideeën van Augustinus van Hippo.
Bekwaam bestuurder en organisator
Gregorius staat bekend als een goede bestuurder en organisator. In 573 was hij prefect van Rome geworden, maar hij besloot zijn wereldlijke leven op te geven. Hij reorganiseerde de financiële structuur van het pausdom.
Rol bij de invasie van de Longobarden
Bij de Longobardische invallen in Italië nam hij persoonlijk de verdediging van Rome op zich en onderhandelde hij over vrede. Het openbare leven kwam in pauselijke handen terecht. Zo legde hij ongewild de basis voor de Pauselijke Staat.
Apocrisiarius (ambassadeur) in Constantinopel
In 579 werd Gregorius door paus Pelagius II tot diens apocrisiarius (ambassadeur aan het keizerlijk hof in Constantinopel) benoemd, een ambt dat Gregorius tot in 586 zou bekleden.[1] Gregorius maakte deel uit van de Romeinse delegatie (die uit zowel leken als clerici bestond) die in 578 in Constantinopel aankwam en die tot doel had om de keizer te vragen om militaire hulp tegen de Longobarden.[2] Tegen de achtergrond van de op dat moment aan de gang zijnde Byzantijns-Sassanidische oorlog (572-591) was deze missie echter gedoemd te mislukken. In 584 schreef Pelagius II aan Gregorius in zijn functie als 'apocrisiarius'; hij beschreef de ontberingen die Rome te lijden had van de Longobarden en vroeg hem om aan keizer Mauricius te vragen om een Byzantijns leger naar Italia te sturen.[2] Mauricius had echter al lang geleden besloten dat zijn inspanningen tegen de Longobarden zich zouden beperken tot intriges en diplomatie; zo probeerde hij de Franken tegen de Longobarden op te zetten.[2] Het werd Gregorius al snel duidelijk dat de Byzantijnse keizer de gevraagde legermacht waarschijnlijk niet zou kunnen sturen, gegeven zijn op dat moment meer dringende problemen met de Perzen in het oosten en de Avaren en Slaven in het noordwesten van zijn rijk.[3]
Gregoriaanse missie
Onder hem nam de kerstening van het Angelsaksische Engeland een aanvang. Het initiatief om in 596 onder leiding van Augustinus van Canterbury missionarisen naar het latere Engeland te zenden (de zogenaamde Gregoriaanse missie) ontsproot aan zijn brein.
Aard van zijn boeken
Zijn boeken zijn praktisch van aard (in plaats van de veelal meer filosofische werken van de andere drie kerkvaders Augustinus, Hiëronymus en Ambrosius van Milaan).
Uitbreiding macht van de paus
Gregorius I breidde de macht van de paus en de bisschoppen uit. Hij creëerde een theoretische basis voor de leiding van de kerk.
Gregoriaans
De naam van Gregorius de Grote leefde voort in het gregoriaans, hoewel het betwijfeld wordt welke invloed hij op de kerkmuziek heeft uitgeoefend. Het gregoriaans werd door Gregorius weliswaar vastgelegd en in codices aan de kerken van de Latijnse ritus opgelegd, maar de teksten en melodieën van de zangwijze waren ook in de 6e eeuw reeds eeuwenoud. Gregorius gaf instructies om de heidense tempels en weekdagen te integreren in het christendom, waarmee hij deze al gangbare praktijk voortzette.[4]
Werken
Zijn Dialogen hebben het genre van de hagiografie, de levensbeschrijvingen van heiligen, eeuwenlang beïnvloed. Ook de levensbeschrijving van Benedictus van Nursia in dit werk zou eeuwenlang lezers vinden en verhoogde tevens het gezag van diens Regula Benedicti. De Moralia in Job, zijn commentaar op het Bijbelboek Job, was gedurende de Middeleeuwen zeer geliefd, getuige de vele handschriften, waarin deze tekst is overgeleverd. Ook populair was zijn Commentaar op Hooglied, waarvan slechts een klein gedeelte is overgeleverd (de inleiding en een commentaar op de beginverzen). Een ander invloedrijk werk was zijn Regula pastoralis ("Herdersregel") met aanwijzingen voor priesters voor een juiste uitoefening van hun taken.
Trivia
- Volgens een legende kondigde hij de dood aan van de Heilige Serafina.
- In Nederland draagt de landelijke organisatie voor liturgische muziek in de Katholieke Kerk de naam Nederlandse Sint-Gregoriusvereniging.
Bibliografie
- Joost van Neer, Anke Tigchelaar en Gerard Bartelink, Gregorius de Grote, Je borsten zijn zoeter dan wijn, Commentaar op Hooglied (Expositio in Canticis canticorum), Damon Budel 2007 - ISBN 978-90-5573-820-5 - inleiding, vertaling, aantekeningen en Bijbelnotenregister
Referenties:
- ↑ Ekonomou, 2007, blz. 8.
- ↑ a b c Ekonomou, 2007, blz. 9.
- ↑ Ekonomou, blz.10.
- ↑ Jaroslav Pelikan (1971), The Emergence of the Catholic Tradition 1 (100-600), blz.66, University of Chicago Press, ISBN 0-226-65371-4